Hoewel André Van Schuylenbergh reeds vroeg mocht bogen op een internationale vertegenwoordiging, heeft hij zich door de jaren heen ontpopt ais de Aalsterse kunstenaar bij uitstek. Van onder de Aalsterse kerktoren wil hij niet weg, al was het maar omdat zijn ruim atelier zich daar bevindt.
Hoewel er in zijn kunst nauwelijks sporen van te vinden zijn, volstaat een kort gesprek om te weten dat hij verknocht is aan de carnavalsstad. En dat hij met veel plezier aan de Aalsterse academie les heeft gegeven.
Zoals gezegd Is deze liefde voor het volkse niet zichtbaar in zijn werk. Integendeel, het heeft zelfs een grootstedelijk gehalte. Een Permeke kan men niet reproduceren naast een reportage van Chanel in een modeblad. Een Van Schuylenbergh wel. Bekend werd hij door zijn specifieke vorm, het gevolg van een verregaande styliserlng van een ongenaakbare vrouwenkop. Hij doet dit met een zeer grote virtuositeit. Als Van Schuytenbergh een lijn zet. staat ze er en werkt ze onweerstaanbaar respect op bij de toeschouwer.
Behalve zijn lineaire sierlijkheid kenmerkt zijn oeuvre zich ook door een eigen kleurenpalet dat bestaat uit vier kleuren: een geel waar een kanariepiet jaloers van wordt. een eigen blauw, een diep rood, een schel groen. Allemaal gecounterd door soms overheersende vegen zwart. Tussenin vindt men dezelfde kleuren in hun nuanceringen om het gevecht tussen zwart en kleur te temperen. Wit staat nu en dan naar de kleurentwist te kijken.
Een derde kenmerk van het oeuvre van André Is eigen aan zijn tijd. De kunstenaars van zijn generatie kenmerken zich niet door rechtlijnige ontwikkelingen van wat als talent In hun authenticlteitskern verborgen zit. Ze dansen en gaan vaak vanuit verschillende Invalshoeken ten aanval. Dit soort experiment maakt dat zijn werk zeer divers Is, maar dat het toch allemaal Van Schuylenberghs blijven. 'André' Van Schuylenberghs, want er bestaat ondertussen ook al een jonge schilder 'Gilles' Van Schuylenbergh. Er zit daarenboven nog kunstzinnigheid In de familie.
Ik ving deze tekst aan met de bewering dat André weliswaar verknocht Is aan zijn geboortestad, maar dat er weinig van te vinden is in zijn oeuvre. Misschien is dat wel een te oppervlakkige bedenking. Kunst en filosofie zijn vriendinnen, maar de laatste zal nooit de eerste zijn, want zij Is de traagste van de twee. 'Re-flectie' Is haar taak. Het is mijn overtuiging dat er zoiets bestaat als een esthetische attitude, een stramien dat zich tijdens de persoonlijke ontwikkeling van de blik ontwikkeld heeft en dat dus zowel biologisch gevoed Is - het ene oog is het andere niet, idem dito geldt dit voor de besturende hersens-, als educatief gevormd. Dit raster bepaalt de esthetische voorkeuren In alle gebieden en maakt dat er een verband Is tussen de vorm die de kunstenaar als de zijne mag noemen en de andere dingen die hij graag ziet.
André Van Schuylenbergh heeft een kunstenaarsoog voor vormgeving. ruimer dan beeldende kunst. Zo Is hij een verwoed verzamelaar van vazen. Begrijpelijk, wat Is een vaas Immers anders dan een gestyleerde pot? Zijn liefde voor design leidt ook naar Aalst.
Zo heeft hij talrijke meubels van Pieter De Bruyne (1931- 1987) In zijn bezit. Zijn Aalsterse Identiteit schittert echter vooral door zijn collectie carnavalskoppen en volkse maskers, vaak satirische karikaturen. Ook de karikatuur Is immers een vorm van styleren. Uiteraard schildert hij niet enkel carnavaleske mombakkesen, In tegendeel. Maar het esthetisch principe is hetzelfde: vla vereenvoudiging kracht bijzetten. Het publiek heeft oog voor dit soort expressie. Zeker wanneer het vertrouwd is met de beeldcultuur.
André Van Schuytenbergh en de popart.
In de tentoonstelling die hij heeft in een prachtige ruimte van zijn geboortestad, Dlskus van de Aalsterse topcollectioneur, Alain Verleysen, wordt de nadruk gelegd op zijn beeinperiode. de jaren '70. waarin hij een belane,ijke bijdrage geleverd heeft aan de popart. Door omstandigheden werden deze werken nooit eerder getoond. Nochtans was dat voor hem een belangrijk keerpunt, een bevrijding van de toen vrij dwangmatige kunstpedagogle van het Gentse Sint Lucas.
"De verticale lijn Is de lijn van het leven! De horizontale lijn is de lijn van de dood.·
Is de indoctrinatie die Dan Van Severen (1927-2009)
In Sint Lucas zijn studenten ingepeperd heeft. Eén van hen, André Van Schuylenbergh, citeert deze doctrine nog geregeld met de nasale lntonatienabootsing van de meester. 'Doctrine' is het juiste woord voor het pedagogische principe van het Sint Lucas van toen. Enerzijds, de brave dulvenmelkersstijl van de animist, Gaspard De Vuyst (1923-2009), anderzijds de mystieke abstractie van Dan Van Severen, als twee alternatieven. De eerste leerde hoe klassiek te schilderen, de tweede zette aan tot nadenken of volgzaam gehoorzamen. Dan Van Severen is een belangrijk Belgische kunstenaar, tijdgenoot van Jan Burssens (1925-2002) die vla het abstract expressionisme de rechtstreekse bevrijding aanmoedigde in de Gentse academie en van Octave Landuyt
(" 1922), die schildertechniek bijbracht, samen met de inzichten In het surreële aan de Gentse regentaatschool. Bij Van Severen gebeurde de bevrijding onrechtstreeks, bij dezen die zich niet lieten onderwerpen aan regeltjes en aan een specifieke esthetische Ideologie. Misschien Is de negatieve bevrijding efficlênter dan de positieve. Zich afzetten tegen doctrines kan betere resultaten geven, dan de illusie uit het niets te kunnen creëren, met als basis een overdreven geloof In het Zelf en de vrije creatie. Jezuïeten kunnen goede atheïsten worden.
Artikel verschenen in Kunstmagazine n° 16. Het volledige artikel kan u hieronder verder lezen:
Reactie plaatsen
Reacties