Mocht iemand me willen wijs maken dat Stéphanie Leblon de hemel stoffeert, ik zou het wel willen geloven. De ruimten die ze picturaal creëert zijn zo etherisch dat je jezelf een engeltje waant, zwevend in de veelheid van het niets, het niet-hier, het elders, zonder grenzen. Misschien sluit mijn ervaring nauwer aan bij het Nirwana, de Oosterse abstractie van de feitelijkheid. Het is een visuele ervaring, die om wierookgeuren vraagt en aangepaste sferische muziek. Geen rijstpap, maar ambrozijn en handen die hun grijpgrage neiging vergeten en enkel verlangen te strelen met de toppen van de vingers.
Haar werk heeft een synesthetische dimensie en zet aan tot dromen, verwijlen en mijmeren.
Dat inspelen op de zintuiglijkheid wijst een betere weg naar het oeuvre van Stéphanie Leblon dan de serafijnse beeldspraak. Het feest van de sensualiteit is de context van een kijken dat niet fixeerbaar is. De beelden zenden de blik wandelen. Het zijn stillevens die op de loop gaan, nature mortes die verrijzen. Lichtvoetig dansen bloemen in het ijle. Ze zijn niet te vangen in een vaas, evenmin nog gebonden aan hun oorspronkelijke radix. Ontworteld, nemen ze alle vrijheid en zoeken ze hun eigen weg: poezelig als sneeuwvlokken, maar geen neerslag, wel blijmoedig opwaarts de wijde wereld in.
Als metafoor ziet men hier een dubbele gelaagdheid. De bloem staat voor het leven zelf, met alles erop en eraan, de erotiek van stamper en meeldraden incluis. Haar werken zouden visuele argumentaties kunnen zijn voor de rechten van de florale natuur. Incluis de dubbelzinnigheid, zoals kunst behoort op te wekken: zien we wel wat we zien? Zijn het geen plastieken versies of de papieren exemplaren van het strandspel, of vuilnis die buiten de container een plaats in de esthetiek opeist?
Hier zit de tweede laag verscholen. Wat als Stéphanie Leblon het plantaardige artistiek misbruikt en zij een nieuwe vorm gevonden heeft van de lyrische abstractie? Geen uitgekieperde verfpotten à la Pollock, geen mystieke meditatievlekken à la Rothko, maar poëtische dwarrelende kleurmotieven. Niet alleen haar vormen zijn eigengereid, ook haar kleurgebruik is feeëriek. Zou ze met toverstokjes schilderen?
Een Leblon is een Leblon, is een tautologie die ik graag betuig als constatering bij een kunstenaar. Al heb ik geen nood aan een therapeutische fundering voor mijn kunstbeleving, dan toch behoort het werk van Stéphanie Leblon tot de categorie waarvan ik graag geloof dat het een positieve werking op de hersencellen heeft en me goedgemutst maakt. De sacrale opstap van deze tekst gebeurde misschien met het verkeerde been. De vreugdevolle zintuiglijke beleving is aards van aard. Haar werk is een geschikte context voor de heidense ethici uit het antieke Hellas. Als men de goede raad van deze filosofen volgt, heeft men geen antidepressiva nodig: de ataraxia bereikt men door zich te bevrijden van externe druk allerlei. Mocht Epicurus niet in zijn hortus gefilosofeerd hebben, dan had een tentoonstelling van Stéphanie Leblon het geschikte oord geweest.
Reactie plaatsen
Reacties